De grens over naar Vietnam, bussie met 12 toeristen. Nadat er 4 (waaronder glukkig ook wij 2) een stempel in t paspoort hadden, ging t luikkie dicht, de grenswacht had lunchbreak, 40 minuten later stempelde ie weer verder. Dr was nog wel een mannetje over, maar die had het veel te druk met geldwisselen. Zonder rekenmasjien en bonnetjes vlogen de flappen in het rond, mogelijk verdienen ze hier meer mee als met hun echte werk. Daarom ook geen ATM bij de grens?!
Op een gebouw van oorspronkelijk 6-hoog was een afdak boven het dakterras gemaakt, daarop stonden een paar tenthutjes en een zeekontainer, waaop weer een paar hutjes, 1 ervan was onze slaapkamer. De konstrukteur vond t priem (zolang t niet te hard windde en earthkweekte). We hadden een mooi uitzicht.
Lokatie; Dien Bien Phu, in het Muong Thanh-dal, een vruchtbare vlakte van 100 km2, omgeven door ruige heuvels. In dit dal was de beroemde slag bij DBP begin 1954, waarin het (kommunistiese) NoordVietnamese leger het Franse koloniale leger versloeg. Dit was\zou eigenlijk het einde vd kolonie VN moeten zijn, maar de idiote VS was\is bang voor kommunisten, dus steunden t zuiden. Dat werd hommelus, het begin vd u bekende oorlog. Bij ons bezoek aan de loopgraven kwam een oud (?!) wijffie druk gestikulerend aanlopen, alsof ze met ons op n selfie wou. Nou vooruit maar weer, wij klaarstaan, werd Son keihard weggeduwd ;-).
Vanuit dan kan je op 3 manieren de streek door. 1.Bovenlangs, 2km hoge bergen, vriezen je ballen eraf, wel via het pr8ige (maar beetje oversgatte) Sapa. 2.Onderlangs, snelweg door het dal, saai?! En 3.Middendoor, deden wij, over 1km hoge bergkam\-ruggen. Via de weg was het exaktpresies 2x zolang als in vogelvlucht, nogal kronkelend dus. En betekende dit een paar frisse “KOUD!” weken; 17\10°, wat\toch wel 5 graad is onder wat wij wenselijk achten. De zon warmde ons meest wel op en op 1 plek waren we snachts toch wel blij met de airko die omgekeerd kon, dus warmte blazen.
Hoog(s)tepunt was Mu Cang Chai, in de volksmond MCC, met de beroemde rijstterrasvelden op de berghellingen. Met evenveel homestaykamers als inwoners, enkele hoogseizoenweken zitten die vol, meestal uitgestorven. Ik heb wat hellingen beklommen, zonder rijst op mn rug, typhus wat zwaar. De perzikbloesem kwam weelderig roze net in bloei, de groente staat op t land, de aerebeie worden geplant. Holadie-jee. En weer langzaam doorrijdend, kan je lekker lang vh landschap genieten.
Laatste stop op weg naar de “bewoonde” wereld; Nghia Lo, ofwel N’Lo. Nog meer rijst. Goh Fret, hoe zit dat met die rijst? Nou, leuk dat je t vraagt, ik zal even kort uitleggen. Traditioneel werd rijst geplant in mei\juni en geoogst in sept\okt. Tussendoor verbouwde men wat groente voor zichzelf\de buurt en wat mais voor t vee en dat vee bescheet de rijstvelden. Kleine boertjes -laten zich nie gek maken- doen dit nog. Met een beetje kunstmest kun je ook in januari planten en in mei oogsten, waardoor dus 2x per jaar rijst. Bij N’Lo stond alles al geplant. En als je je echt gek laat maken (bij DBP waren zeer grote boeren-vlakten), koop je spesjaal zaad, ekstra kunstmest en plenty gif vd (westerse) #agromaffia en kun je zelfs 3x\jaar. Voor dit al en hele grote masjienes kun je natuluk terecht bij de BoerenBeleenBank (die heet hier, je gelooft t nie; de Agribank). De boerenarbeid(st)ers verdienen uiteraard nog steeds geen zak.
Maar in deze sosjalistiese heilstaat wordt er denk ik toch wel een beetje\aardig voor je\werk gezorgd, want je kan altijd aan het werk ad weg. Dat gaat gepaard met veel beton, sement en tegels, dus wordt je meteen bouwvakker\timmerman\tegelzetter. Vergeet de afvoeren\loodgieter en lantaarnpalen\elektrisien niet.
Het NoordWesten samengevat; daar komen wij samen niet uit. Gaan we nog eens? Zelfde antwoord.